02-11
RIVM start veldonderzoek naar rubbergranulaat
Afbeelding: fcwinterswijk_algemeen

Zoals bekend wordt er komend half jaar door het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) nader onderzoek gedaan naar rubbergranulaat in kunstgras. Het RIVM heeft van het Ministerie van Volksgezondheid, Ministerie en Sport de opdracht gekregen dit onderzoek voor het einde van 2016 uit te voeren. De KNVB heeft al eerder aangekondigd onderzoek naar meer zekerheid over de veiligheid van kunstgrasvelden toe te juichen.

Het RIVM is vandaag met het onderzoek gestart. Dat heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zojuist aangekondigd. Het RIVM heeft ook de onderzoeksopzet van het rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid bekendgemaakt. Hieronder een uitgebreide toelichting. De resultaten van het onderzoek van het RIVM worden eind 2016 verwacht.

Onderzoeksopzet RIVM
In de studie van het RIVM worden honderd kunstgrasvelden in Nederland onderzocht. Op zes plekken op het veld worden monsters genomen. Per plek wordt minimaal één liter granulaat met een stofzuiger opgezogen en in een glazen fles meegenomen naar het laboratorium. In het lab wordt het rubbergranulaat geanalyseerd. In het onderzoek is er sprake van een zogenaamde aselecte steekproef van verenigingen met kunstgrasvelden, wat inhoudt iedere vereniging met een kunstgrasveld evenveel kans maakt betrokken te worden in het onderzoek. De KNVB heeft de gegevens van de verenigingen met kunstgrasvelden aan het RIVM beschikbaar gesteld. Verenigingen kunnen zich niet aanmelden voor het onderzoek maar worden benaderd door het RIVM.

Het RIVM voert ook een literatuuronderzoek uit naar alle relevante nationale en internationale wetenschappelijke publicaties met betrekking tot rubbergranulaat. De bevindingen worden gecombineerd met het veldonderzoek. Een ander onderdeel van het onderzoek is dat het RIVM met een selectie uit de verkregen monsters in het lab bekijkt in welke mate er stoffen onder bepaalde omstandigheden vrijkomen. Denk hierbij aan huidcontact en/of het inslikken van het granulaat. Voor de te gebruiken methoden en selectie van stoffen is ook gekeken naar de aanpak en resultaten van internationale onderzoeken. Daarnaast is de onderzoeksopzet ter toetsing voorgelegd aan een wetenschappelijke begeleidingscommissie.

Het RIVM en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben onlangs aangegeven dat op basis van de huidige gegevens er geen reden is om te stoppen met sporten op de kunstgrasvelden. De KNVB volgt hierbij het standpunt van het RIVM en ministerie van VWS.

Met vriendelijke groet,
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

Jan Dirk van der Zee
Directeur amateurvoetbal

Deel dit bericht