05-04
02-04-2016: FC Winterswijk 4 (zat) - FC Winterswijk 5 (zat)

Enigszins teleurgesteld reed ik zaterdagmiddag van Sportpark Jaspers huiswaarts. Ik had me er zo op verheugd. Op de clubderby tussen de jonge helden van het 4de en de ervaren mannen van het 5de. Een mooie pot voetbal. Nou, dat was het niet. Sprak ik vijf maanden geleden nog van een broedertwist, daarvan was nu geen sprake. Op sommige plaatsen in het veld leek het meer op een veldslag. De gemoederen liepen daar (te) hoog op. Tuurlijk, er mag best wel eens een tik worden uitgedeeld. Met de bal ertussen. Maar nu werd de voetbalgrens ruimschoots overschreden. En dan na een grove charge met een glimlach op het gezicht weglopen. Zo van: “Wat doe ik dan?” Ook vooral geen handje geven. Met wat voor gevoel zou zo iemand ’s-avonds inslapen? In z’n ruitjespyjama, met de duim in de mond en z’n knuffelbeer genaamd Arjan. Hmmm..., lekker gevoetbald? Nee. Niet mijn ding. Wees een vent. Ga het duel fair aan. En als je dan wint, kun je met een trots gevoel het veld afstappen.
De jonge helden begonnen trouwens sterk. Ze hadden opdracht gekregen de bal in een hoog tempo rond te spelen. Dan zouden “de oudjes” vanzelf knakken. En op het vertrouwde biljartlakentje aan de Jaspersweg werd die taak best aardig uitgevoerd. Halverwege de eerste helft werd het goede spel beloond. Met een strakke pass bediende Berend Lammers Ruben Obbink, die vervolgens afrondde: 1-0. Er volgden meer kansen. Maar schoten van Martin Haijtema en Teun Koldeweij gingen over en naast. Ook een bekeken lob van Ruben Obbink scheerde maar net over de lat. De mannen van het 5de waren in het eerste bedrijf overigens nauwelijks gevaarlijk.
Na de thee zou de klus worden afgemaakt. Zo was de algemene gedachte onder de vele toeschouwers. Maar uit het niets stond het na tien minuten opeens gelijk. Edwin (Wally) Tolkamp prikte de bal binnen: 1-1. Een domper. Maar niet meer dan dat. De jonge helden bleven proberen verzorgd te voetballen. Ook in de tweede helft hadden ze het betere van het spel. Met een weergaloze passeeractie kreeg Mart Grevers de handjes op elkaar. Wat een voetballer is dat zeg! En ook nu volgden er weer genoeg kansen. Het vizier stond ook veel beter nu. Maar telkens stond daar: Rob Bartelink. Hij kreeg er steeds een hand of voet achter. Intussen ging bij zijn medespelers het licht bijna uit. Tijd voor wat wissels dus. Twee oude bekenden betraden de arena. De altijd glimlachende Jeroen Schreurs, afgestudeerd in afbraakvoetbal en cum laude geslaagd in het irritant wegtrappen van de bal en Edward Meijnen, de net van een langdurige blessure herstelde kopsterke spits. Nou, die laatste stond er koud op of hij had hem er al bijna in liggen. Tot drie keer toe was het achterin bij de jonge helden vrouwen en kinderen eerst. Met een gave save behoedde Tim Overbeek het 4de voor een achterstand. Uiteindelijk moest hij zwichten voor de scoringsdrang van Edward: 1-2. Ongelofelijk! Gaat het nog fout. Toch viel de gelijkmaker nog. Vlak voor tijd. Roy Oonk liep een lange voorzet binnen. Maar grensrechter Ben dacht, laat ik eens gek doen. Omhoog die vlag! En ja hoor. Het glaszuivere doelpunt werd afgekeurd.
Zo bleef het bij 1-2. Tachtig minuten beter veldspel laten zien en toch verliezen. Zuur. Maar goed. Meneer de voorzitter zal tevreden zijn geweest. De zwartgouden hebben gewonnen toch? Maar, zou hij de in het wit spelende jonge helden wel hebben herkend? Alleen een simpele groet in het voorbijgaan. Verder heeft hij zich louter bij de dug-out van de “oudjes” opgehouden. Nee, de clubderby… hij is niet meer.
OPeee